zondag 31 mei 2015

Harlem

Een gezette man van, naar later bleek, 75 jaar, kwam naar de glazen deur toe en stapte binnen.
De burgemeester van Harlem himself. Hij verwelkomde ons en vroeg of alles naar de zin was. Het gemeentehuis van Harlem, een dorpje van ca. 800 inwoners, was speciaal door hem voor ons opengesteld. Tegenwind had ons routeplan gehalveerd en we strandden die dag daar. Gastvrij mochten we ons tentje voor die nacht op het grasveld naast de city hall prikken en we zaten nu droog, warm en van toilet voorzien, in de hal. Amerikanen helpen je zó aan onderdak hebben we al meerdere keren meegemaakt.
"Most people who sit in your chairs have to see the judge", grapte de burgemeester.
Hij wijdde uit over de indiaanse historie van die streek en de invloed die dat nog steeds op het dagelijks leven had. Gezellige en gedreven kerel. Met een ferme handdruk liet hij ons achter. We hadden degelijk onderdak, namen een stevige borrel, maakten ons eten in de hal klaar en doken de tent in.


Rond half tien doken we in onze donzen slaapzak en waren vlot onder zeil. Het had al wat geregend en het was dus niet zo'n raar verschijnsel dat er plotseling rond 03.00 's nachts een fors gekletter op de tent te horen was. Een korte golf, dan stilte, weer een golf van harde druppels,...stilte,....en wéér een golf.
Slaapdronken drong het wat langzaam tot ons door, dat dit geen gewone regen was.
Plotseling wisten we het: sprinklers! Ik wurmde me zo snel mogelijk naar buiten en rende naar de hal om plastic stoelen te halen teneinde de meerdere stralen die onze tent belaagden, tegen de grond te werken. De vier uit de grasmat verrezen spuitmonden loosden hun stortbuien met veel geruis direct in het gras.
De zondvloed bedwongen te hebben, bleek echter een ijdele veronderstelling. Na enige minuten startte een andere serie sprinklers, waarvan ééntje direct ònder onze tent. Het kreng liet zich met enige moeite door Annelies bedwingen, maar fel spoten de stralen tussen de tassen en grondzeil de tent in.
Paniekerig sleepten we alle spullen door de hoosbuien naar buiten om te redden wat er te redden viel.
Een onweersbui had het niet beter kunnen doen.
Gelukkig had de burgemeester de vergaderzaal niet afgesloten, dus gedurende een uur of twee, legden we de doorweekte spullen, kaarten en kampeermaterialen over de stoelen te drogen.
Om half 5 uur in de ochtend gleden we na deze ellende in de niet al de natte slaapzak weer in slaap.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten